Gerrie Cornelissen

Gerrie Cornelissen over de lagere school in Elsendorp.

Ik dacht dat we in het begin met de BBA-bus naar Elsendorp gingen en later werd dit een bus van De Wit uit Handel. Wij moesten opstappen bij het “witte huisje” deze stond (en staat er nog) in de bocht, tussen waar de beide oude politiebureaus zijn geweest. De Kennedystraat was er toen nog niet eens. En ‘s middags als we weer terugkwamen, werden we afgezet bij de winkel van Brouwers.

Dus het was op de hoek Molenakkerstraat en Kennedystraat?

Ja en dat was naar mijn weten ook de enige opstapplaats. Ik kan me nog herinneren dat we richting Handel reden en daar halverwege, waar een woonwagenkampje stond, altijd twee meisjes instapten en één van die meisjes en dat zal ik nooit meer vergeten die heette “Goudje”.

Later reden we via De Mortel om daar een juf op te halen die in Elsendorp op de katholieke school werkte.

Heb jij ooit enige last ondervonden van de Gemertse jeugd?

Er werd wel eens iets gezegd of geroepen, ach ja, we waren toen nog allemaal kinderen en wij waren ook niet de liefste. Er werd wel eens iets gezegd maar niets vervelend. Wat me wel erg opviel was, als wij daar op die school in Elsendorp kwamen, dat iedereen zo netjes Nederlands sprak en als je in Gemert was, hoorde je die Gemertse jeugd zo plat praten als wat. Ik weet nog, er was eens een meisje op die school, ik weet niet meer hoe ze heet, maar op een dag zat ze tijdens de les te duimen en viel hierbij bijna in slaap. Ik moest van die leraar een turf halen uit het kolenhok en die moest zij in haar hand vasthouden waarmee ze duimde.

Gemert, 30 januari 2001

Karel Cornelissen